 Reference Base  Notitie van het merkwaerdigste mijn bekent, 1732-1772 [Or... |
|
Bicker Raye, J., 1741. Notitie van het merkwaerdigste mijn bekent, 1732-1772 [Original diary of events in Amsterdam]. Manuscript in Amsterdam Stadsarchief, Bibliotheek, no. 15030/ 3551, p. 39 - https://archief.amsterdam/inventarissen/file/14f96a6092f952d5b037a50ef603d556
|
|
|
|
| |
| Location: |
Captive |
| Subject: |
Captivity - Before 1800 |
| Species: |
Indian Rhino |
 |
|
1741 Amsterdam – Bicker Raye, Notitie
Jacob Bicker Raye (1703-1777)
Rhino on Amsterdam fair on 28 September 1741
Raye kept a diary of events in Amsterdam 1732-1772. The book is preserved in the Municipal Archives in Amsterdam.
Original in Stadsarchief Amsterdam, Bibliotheek, no. 15030/ 3551
https://archief.amsterdam/inventarissen/file/14f96a6092f952d5b037a50ef603d556
https://archief.amsterdam/inventarissen/scans/15030/2.1.2.459/start/70/limit/10/highlight/6
28 [September 1741] heeden is hier op de kermis te sien onder andere saake een Renosteros, die dit jaar met een oostindies schip voor de Camer Rotterdam, door een schipper uijt oostindia, voor sijn meete is overgebragt, hij is vijf voet hoog en heeft een monstereus lijf, wegende naar gssing wel drie duijsent ponden, hij is maar twe jaaren out, sodat als hij int leeve blijvt een schrikkelijk groot gestalte van een beest sal worden.
The edition of 1935 is an adaptation of the original text.
1935 “Notitie van het merkwaardigste meyn bekent” 1732-1772. Naar het oorspronkelijk dagboek medegedeeld door Fr. Beijerinck en Dr. M. G. de Boer. Met illustraties van Anton Pieck. Amsterdam: Uitgevers-Maatschappij ‘Joost van den Vondel’, pp. i-xii, 1-383; 4to. - Edited by Frederik Beijerinck and Michael Georg de Boer, 1867-1958.
http://www.rhinoresourcecenter.com/index.php?s=1&act=refs&CODE=ref_detail&id=1165238503
Dutch text from paraphrase of 1935
[91] 1741
Het was nu Septembermaand en dat was vanouds de kermismaand bij uitnemendheid. De Amsterdammers keken zich de oogen uit naar een renosteros. Zoo'n monster hadden ze nog nimmer gezien. Met een oostindië-schip, voor de Kamer van Rotterdam, was het dier dit jaar door den schipper, voor eigen risico, meegebracht. Het moet al tamelijk groot geweest zijn, want het was vijf voet hoog en had een monstereus lijf. De jeugdige dikhuid, van nauwelijks twee jaar, woog 3000 pond. 'Wanneer hij in 't leven sal blijven, sal hij een schrikkelijk groot gestalte van een beest worden', voor spelt de dagboekschrijver, die er natuurlijk ook naar was gaan kijken.
|
|
|
File available
details
Original text on this topic: